Paneel met bloemstilleven in vaas.
Eikenhout, ebbenhout, palissander en parelmoer. Omlijsting van Dalbergia Melanoxylon, African Blackwood, Mpingo Noordelijke Nederlanden, Amsterdam.
Ggesigneerd: Dirck van Ryeswyck. Fct, ca. 1650-1654
afmeting paneel: h. 17.20 inches; w. 13.19 inches
afmeting lijst: h. 25.59 inches; w. 20.67 inches
Een houten paneel met een gebogen top. Dit paneel is gemaakt van kwartiers gezaagd eikenhout dat belijmd is met ebbenhouten fineer. De plint op het paneel is gemaakt van palissanderhouten fineer. In de ebbenhouten en palissanderhouten fineerlaag heeft van Rijswijck op indrukwekkende wijze een fraai bloemstilleven in een vaas ingelegd. Hiervoor gebruikte hij het moeilijk te bewerken parelmoer. Dit parelmoer werd vervolgens gegraveerd om de bloemen en vruchten een natuurlijker uiterlijk te geven en om meer diepte te creëren. Rond de prachtig met vruchtenguirlandes ingelegde vaas vliegen diverse insecten en op de plint loopt een kever. Van Rijswijck signeerde zijn werken op erschillende wijze. In de voet van de vaas staat:
Dirck .van . Ryeswyck fct.. Later, zoals bij het hierna te bespreken paneel, signeert hij bijvoorbeeld met: Derck.v.Rijswijck.
Dit werk van Dirck van Rijswijck behoort tot een groepje ongedateerde werken die vrijwel allemaal een gebogen top hebben en waarbij het parelmoer is ingelegd in ebbenhout. Deze groep werken (zie hiervoor Kisluk no. XXV-XXII) wordt sinds de eerste uitgebreide studie naar het werk van Dirck van Rijswijck uit 1909, geplaatst in het begin van zijn carrière als parelmoer-bewerker. Dat was tussen 1650 en 1654.
Sterck, de auteur van de eerste studie naar van Rijswijck in het jaarboek van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, vermoedde al op basis van twee gedateerde werken uit 1653 en 1654 dat Van Rijswijck in deze periode zijn techniek ontwikkelde door in ebbenhout in te leggen en dat alle werken waarbij hij in toetssteen (slate) inlegde uit een latere tijd stammen. Stilistische overeenkomsten, die dit idee ondersteunen, zijn de gebogen top bij vrijwel alle werken uit deze groep en de losse bloemen die altijd naast de vaas op de grond liggen.
De overeenkomst tussen dit werk en het 1654 gedateerde werk in het Grünes Gewölbe in Dresden zijn al vroeg opgemerkt. Het negentiende eeuwse etiket met een beschrijving aan de achterzijde van dit paneel merkt op dat het een pendant zou zijn van het werk in Dresden.
De gebogen top is waarschijnlijk ontleend aan prenten en schilderijen van stilleven schilders. Zo is bijvoorbeeld op een schilderij van Ambrosius Bosschaert (1573-1621) een gebogen top te zien in de vorm van een nis waarin een vergelijkbare kleine vaas met een enorm boeket van bloemen werd geplaatst.
Bloemstillevens uit de zeventiende eeuw van parelmoer, ingelegd in ebbenhout, komen in diverse achttiende eeuwse veilingcatalogi voor. De korte beschrijvingen geven echter te weinig aanknopingspunten om dit werk te kunnen toeschrijven aan de catalogus vermeldingen zoals: “D. van Rijswijk, op een ebbenhoute Plaat. Op dezelve is zeer konstig ingelegd, een pot met verscheidene Zoorten van Bloemen” (veilingcatalogus J. de Bosch and J. Yver Amsterdam 6 November 1776, lot 202).
Of:
“2 stuks met Bloemen en Insecten zeer konstig van Perlamoer in swart ebbenhout ingelegt, door Dirck van Ryswyck”( veilingcatalogus van de collectie uit de nalatenschap van de heer Bernardus de Bosch, veilinghuis J. de Bosch and J. Yver , Amsterdam 24-25 April 1787, lot 33).
Literatuur: zie catalogus no. 46.
Herkomst:
Vermoedelijk verworven door Georg Theodor Osius in Berlijn in 1840. Zijn collectie Hanau/Kassel door vererving naar Major Georg Ludwig Osius, Haus Tanneck Harleshausen in de omgeving van Kassel West-Duitsland. Door vererving naar R. Osius Harleshausen. Privé collectie Westfalen sinds 1995. Kollenburg Antiquairs, Oirschot.